De aandacht voor de overgang onderwijs - arbeid en vooral voor duurzame plaatsing op de arbeidsmarkt is groter dan ooit. Jongeren in een kwetsbare positie zoals pro- en vso-leerlingen, maar ook jongeren met een diploma van mbo-entree en niveau 2 stonden al langer in de spotlight. Door corona is de urgentie alleen maar toegenomen. De landelijke aanpak jeugdwerkloosheid van de ministeries van SZW en OCW biedt samenwerkingswerkingspartners in de regio’s extra middelen om jongeren te ondersteunen. Dit vierluik speelt zich af in de regio Arnhem. Met verschillende betrokkenen kijken we naar bestaande regionale plannen en naar de samenhang met de extra impuls vanuit het Rijk. En we zoomen in op good practices in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro). Hoe slagen gemeente en onderwijs erin hun jongeren goed te laten landen op de arbeidsmarkt. En we laten de jongeren uit pro en vso zelf aan het woord. Hoe zijn ze terechtgekomen waar ze nu zitten?
Inhoud:
Zorg voor bundeling van alle plannen’ - Relatie regionaal vsv-plan en landelijke aanpak jeugdwerkloosheid
Nannette Zwiers, RMC-coördinator regio Midden-Gelderland en Marthe Mittendorff, bestuursadviseur gemeente Arnhem, onderwijs en participatie
‘Route naar je toekomst’ heet het vsv-plan regio Arnhem voor 2021 tot 2024. Eigenlijk is het een plan voor de eerste twee jaar want ze willen flexibel blijven, daar in Arnhem. De ruimte hebben om bij te sturen en in te spelen op ontwikkelingen. Het plan kwam tot stand na inbreng van zoveel mogelijk betrokkenen tijdens een grote expertmeeting. Nannette Zwiers is RMC-coördinator van de regio Midden-Gelderland waarvan Arnhem de contactgemeente is. Voor de ontwikkeling van het vsv-plan trok ze daarom intensief op met Marthe Mittendorff, beleidsadviseur van die gemeente. Beide dames zijn blij met de gekozen aanpak: ‘We wilden echt een gezamenlijke aftrap zodat het regionale plan, het gevoel van de gezamenlijke opdracht, meer gaat leven. Voorgaande plannen stonden vaak te ver af van mensen in de praktijk.’ Zwiers en haar collega’s zijn vervolgens gaan schrijven aan de hand van drie thema’s: (1) Overstap – alle projecten die te maken hebben met de overgang onderwijs-onderwijs en onderwijs-arbeidsmarkt, (2) Overbelasten in het mbo – plusvoorziening voor inrichten, (3) Verzuim en thuiszitters – vo en ook verzuim 18+.
Verbinding
Door te werken met thema’s ontstaat er verbinding tussen onderwijssoorten en doelgroepen en dus tussen mensen, zegt Zwiers. ‘We hebben per thema een coördinator aangesteld die een team aanstuurt. Elk team onderzoekt waar overlappingen zitten, waar knelpunten, wat er beter kan. Uiteindelijk moet het niet meer uitmaken waar een jongere aanklopt. Door als netwerk te opereren zorg je ervoor dat er geen gaten vallen, dat een jongere als vanzelf van a naar b en verder wordt geholpen. Zo kunnen we aandacht hebben voor alle jongeren van 16 tot 27 jaar.’
Druk bezig dus al in de regio. Hoe passen nu de maatregelen en middelen uit de landelijke aanpak jeugdwerkloosheid in de plannen?
Mittendorff: ‘Nannette, mijn collega’s en ik zijn al langere tijd bezig om te kijken hoe we beter kunnen samenwerken op de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt. Dat is soms nog een worsteling ondanks de samenwerking rond het regionale vsv-plan. De landelijke aanpak jeugdwerkloosheid zien wij als een kans om het nog beter te doen met elkaar. Het regionale plan van aanpak jeugdwerkloosheid moet niet weer een losstaand tijdelijk programma worden.’
Zwiers: ‘Het vso en het praktijkonderwijs zijn al redelijk ver in de begeleiding naar de arbeidsmarkt. Op het mbo worden er gesprekken gevoerd voor jongeren in een kwetsbare positie. Landelijk is er 24,5 miljoen beschikbaar voor het mbo. Daarvoor moest het mbo een plan ontwikkelen waarin ze laten zien dat ze samenwerken met RMC. ROC Rijn/IJssel vindt het fijn dat er middelen beschikbaar komen, maar vindt het ook spannend omdat begeleiding naar de arbeidsmarkt niet tot de kerntaak van het mbo behoort. De kennis ontbreekt. Ik zie veel uitgestoken handen, welwillendheid en enthousiasme, de uitdaging is om het te vertalen in beleid en werkprocessen. Dat is een zoektocht.’
Drie groepen
De aanpak jeugdwerkloosheid betekent extra middelen voor kwetsbare jongeren. Die zijn verdeeld in drie groepen: (1) uitstromers uit mbo met grote kans op werkloosheid, (2) vsv-ers en (3) pro en vso. Mittendorff: ‘De drie groepen hebben veel gemeen. Het zou zo mooi zijn als in de regio’s lerende netwerken ontstaan die alle drie die groepen bedienen. Waarin gebruik gemaakt wordt van elkaars expertise. Mijn wens is een regionaal programma Jongeren met daarin het vsv-programma, de plannen met betrekking tot de ESF-subsidies en het plan van aanpak Jeugdwerkloosheid. Eén plan en daar een netwerk omheen bouwen waarin je van elkaar leert en elkaar versterkt. Op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Inmiddels is er een projectleider aangenomen die de aanpak jeugdwerkloosheid gaat coördineren en de plannen gaat stroomlijnen.
Zwiers: ‘We willen voorkomen dat de incidentele middelen naar losse projecten en plannen gaan. Samen optrekken en met elkaar kijken naar de besteding van de structurele én de incidentele middelen, dat is het streven. Samen hebben we de opdracht jongeren te ondersteunen bij wat voor hen kansrijk is. Voor de een is dat school, voor de ander begeleiding naar werk. Het moet niet uitmaken, als ze maar terechtkomen op een plek waar ze verder kunnen.’
Van school naar baan
De handen ineen voor pro en vso
Bij de invoering van de Participatiewet in 2015 kwamen gemeentes en onderwijs voor een gezamenlijke uitdaging te staan: de begeleiding van jongeren met uitstroomprofiel arbeid vanuit praktijkonderwijs (pro) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) via stage naar werk. In Arnhem sloegen de gemeente en de Onderwijsspecialisten direct de handen ineen. Dit leidde tot een gesmeerde samenwerking waardoor alle jongeren in een kwetsbare positie in beeld zijn en blijven.
Natasja Salemink is werkzaam bij de gemeente Arnhem. Ze is voormalig projectleider pro/vso en nu adviseur Werk & Inkomen. Richard Brenkman is arbeidsdeskundige, netwerkcoördinator onderwijs en arbeidsmarkt pro/vso bij de Onderwijsspecialisten, een schoolbestuur met 25 scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Samen loggen ze in, zoals dat tegenwoordig gaat, voor een gesprek via Teams.
Startblokken
Salemink vertelt dat gemeente en pro/vso in de startblokken stonden bij de transitie in 2015. ‘We zien de begeleiding van deze kwetsbare groep als een gezamenlijke opdracht en zorgen ervoor dat we hen het laatste schooljaar goed in beeld krijgen. We zoeken nauwkeurig uit wat zij nodig hebben, wie wat kan bieden en hoe we de route sluitend maken zodat de eindstage uitmondt in een arbeidsplaats.’
De gemeente Arnhem heeft twee consulenten vrijgemaakt voor pro/vso. Zij schuiven in het laatste jaar drie keer aan bij de uitstroomgesprekken. Salemink: ‘We zien en spreken dus alle leerlingen met uitstroomprofiel arbeid. Wat is het meest passend voor deze leerling? Dat is steeds de vraag. Accountmanagers van het WSP schuiven in het laatste jaar ook aan want zij halen de vacatures in de regio op. Die vacatures kunnen eerst worden ingevuld in de vorm van een stageplek en gaan idealiter over in een betaalde baan. We onderzoeken of arbeidsmarktroute aan de orde is of dat een leerling zich misschien eerst nog verder kan ontwikkelen via een activerend werk/ontwikkelarrangement. Dat is een traject van een jaar voor leerlingen voor wie reguliere arbeid nog een stapje te ver is. Onderwijs, zorgpartijen, sociale ondernemingen en werkgevers werken hierin samen. Bekeken wordt wat het ontwikkelpotentieel van een jongere is. Tot waar kan iemand groeien? Van daaruit kun je op zoek naar een passende arbeidsplaats.’
Samenwerking
De samenwerking tussen de pro/vso-consulenten van de gemeente en de trajectbegeleiders van de scholen is intensief, vertelt Brenkman. ‘De trajectbegeleiders gaan in de laatste twee jaar met de leerling op zoek naar een beroepsgerichte stage en een eindstage met uitzicht op een dienstverband. Zij zijn deskundig op wet- en regelgeving, weten welke voorzieningen ze kunnen inzetten, weten hoe trajecten lopen, hebben een netwerk met korte lijnen.’
Naast de stage- en trajectbegeleiders van het onderwijs en de pro/vso-consulenten van de gemeente zijn er sinds kort ook combinatiefunctionarissen arbeid die de leerlingen van pro en vso tot twee jaar na uitstroom blijven volgen. Zij worden betaald door de gemeente en zijn werkzaam op de scholen. Het is een pilot van drie jaar. Brenkman: ‘De combinatiefunctionaris heeft de regie. Hij of zij onderhoudt ook de contacten met de ouders, met hulpverleners, met alle ketenpartners. Als een stage niet tot duurzame plaatsing leidt, kan hij of zij direct vervolgstappen zetten. Sinds corona zien we veel meer tijdelijke contracten waardoor het aantal jongeren dat een WW-uitkering aanvraagt verdubbeld is. Die kunnen we mede dankzij de combinatiefunctionaris direct weer oppakken.’
Combinatiefunctionaris arbeid
‘Ik kan Emile altijd bellen’
Wesley van Rijsewijk is 17 jaar en heeft sinds een half jaar een vast contract bij Novabikes in Arnhem. Zes dagen per week werkt hij maar liefst, stilzitten kan hij niet. Fietsen repareren wel. Altijd al zijn hobby en nu zijn werk. ‘Het is een hele mooie winkel met veel grote merken. Elektrische fietsen zijn mijn specialisme, ik heb daar veel ervaring mee. Zelf heb ik een speed pedelec, kan 45 kilometer per uur. Doe ik niet in de bebouwde kom hoor.’
Voor hij aan het werk ging, zat Wesley op Produs, school voor Praktijkonderwijs in Arnhem. Daar is Emile Baumann stagecoördinator en combinatiefunctionaris. Vanuit die laatste functie begeleidt hij leerlingen naar een baan en houdt vervolgens twee jaar lang vinger aan de pols. Wesley ziet hij daarom nog altijd één keer per week, altijd om half negen, voordat de fietsenwinkel z’n deuren opent. ‘We bespreken hoe zijn week is verlopen, waar hij tegenaan is gelopen en waar ik hem bij kan helpen. Op het werk gaat het hartstikke goed, Wesley is echt idioot technisch, twee rechterhanden. Zijn valkuil is zijn grote hart. Hij wil iedereen ter wille zijn en komt daardoor nog weleens in de problemen. Dat bespreken we. “Nee” leren zeggen is voor hem de uitdaging.’
Emile is heel blij met de functie van combinatiefunctionaris. ‘De knip tussen school en arbeidsmarkt is nu verdwenen. Voorheen hadden we weliswaar een nazorgplicht van twee jaar, maar dat was monitoring. In de praktijk betekende dat dat ik een paar keer per jaar telefonisch contact had met een oud-leerling. Nu kan ik Wesley en andere oud-leerlingen elke week zien. Tussendoor appen we veel en het komt regelmatig voor dat ik ook ‘s avonds of in het weekend even tijd maak voor een van ‘mijn’ jongeren.’
Wesley is er blij mee. ‘Ik kan Emile altijd bellen. En we wonen ook nog ‘es in hetzelfde dorp!’
Van stage naar baan
Trots dat ik m’n grenzen durf aan te geven
Renske te Riet is secretarieel medewerker bij de afdeling Facilitair van de Onderwijsspecialisten. Zij kwam hier anderhalf jaar geleden terecht via een stage. Die stage is nog wel een verhaal; ze had er namelijk al een achter de rug in haar laatste mbo-jaar. Maar dat ging mis omdat Renske het aantal uren niet kon volhouden. Door haar chronische aandoening is ze beperkt belastbaar.
Ik begon met 30 uur per week en als het nodig was kon dat aangepast worden. Aangezien ik iemand ben die altijd maar door wil gaan en niet graag toegeeft dat het niet gaat, werd dat niet aangepast. Maar ik kreeg geen opdrachten meer omdat ze wel zagen dat het me steeds meer moeite ging kosten. Na zes weken bij de eerste beoordeling zeiden ze dat ze niet wisten of ze me wel wilden houden. Ik werd heel veel ziek door stress. Ze gaven me het gevoel dat ik expres dingen fout deed en ook dat ik de verkeerde opleiding had gekozen.
De ambulant begeleider vanuit het mbo nam contact op met de Onderwijsspecialisten. Eerder bezocht Renske een van hun vso-scholen. Zagen zij stagemogelijkheden? Richard Brenkman: ‘We hebben goed gekeken naar de belastbaarheid van Renske. Wat kan zij aan zodat ze ook in het weekend nog een beetje kan leven? We kwamen uit op een maximale belastbaarheid van 20 uur. Renske ging aan de slag en heel langzaam nam haar zelfvertrouwen toe. Ik ben verantwoordelijk voor de Banenafspraak binnen de Onderwijsspecialisten. We hebben inmiddels 19 collega’s uit de doelgroep kunnen aannemen. Renske kan zich nu drie jaar bij ons ontwikkelen. Het doel is een vast contract, we willen haar graag houden.’
Renske is super blij met haar baan ‘Hier durf ik steeds beter aan te geven als ik iets niet snap of als ik iets niet aankan. Ik weet dat dat hier kan. Doordat ik dat doe kan er ook rekening mee gehouden worden. Ik maak me minder druk, het gaat nu heel goed. En dan kan ik ook best veel aan. Ik ben er trots op dat ik nu m’n grenzen durf aan te geven. Ambities om door te stromen, heb ik nog niet. Voorlopig heb ik hier nog voldoende te leren.’