Uit het debat over passend onderwijs van 21 mei rijst de verwachting dat het definitieve wetsvoorstel na de zomer zal worden in gediend bij de Tweede Kamer en dat de wet niet voor 1 augustus 2026 van kracht zal worden.
Het Wetsvoorstel terugdringen schoolverzuim
Met het voorstel terugdringen schoolverzuim wil de regering:
- De noodzakelijke voorwaarden creëren om langdurig verzuim en schooluitval verminderen.
- Het aantal vrijstellingen op grond van lichamelijke of psychische gronden verminderen door de verbetering van de procedure voor het verkrijgen van een dergelijke vrijstelling.
Het creëren van de noodzakelijke voorwaarden om langdurig verzuim en schoolverzuim te verminderen bestaat uit het specificeren van de eisen die aan scholen worden gesteld met betrekking tot het verzuimbeleid dat zij op moeten stellen. Nu staat er alleen in de wet dat ze verzuimbeleid op moeten stellen, in het wetsvoorstel wordt beschreven welke aandachtspunten de scholen daarin mee moeten nemen.
Daarnaast worden in het voorstel specifiekere eisen gesteld aan de verzuimregistratie van scholen en aan het signaleren van (geoorloofd en ongeoorloofd) verzuim door monitoring en analyse van de verzuimgegevens zodat eerder actie kan worden ondernomen.
Het zicht op verzuim wordt in het voorstel bovendien verbeterd doordat scholen informatie over verzuim gaan delen met samenwerkingsverbanden, leerplichtambtenaren en het ministerie van OCW. Het gaat daarbij om gegevens op schoolniveau. In de beantwoording van de vragen van kamerleden over het voorstel wordt nogmaals benadrukt dat gegevens over geoorloofd verzuim op casusniveau niet met leerplicht gedeeld mogen worden.
Welke gegevens op schoolniveau precies gedeeld moeten gaan worden met samenwerkingsverbanden, leerplicht en het ministerie van OCW is niet opgenomen in het wetsvoorstel, maar wordt op een later moment uitgewerkt in lagere regelgeving.
Rondom de vrijstellingen op grond van lichamelijke of psychische gronden wordt voorgesteld om daarin voortaan een advies over het onderwijskundig perspectief mee te nemen zodat de ontwikkelmogelijkheden van jongeren in het onderwijs mee worden genomen. IN het voorstel wordt daarnaast geregeld dat er flexibiliteit komt in de duur waarvoor een vrijstelling kan worden verleend.
Vragen over de rol van de leerplichtambtenaar
Verschillende Kamerleden hebben vragen gesteld over het wetsvoorstel met het oog op de veranderde rol van de leerplichtambtenaar in de praktijk. In haar antwoord zegt de regering dat ze ziet dat de rol van de leerplichtambtenaar in steeds meer gemeenten verandert naar een meer preventieve en ondersteunende rol en dat het signaal zorgelijk verzuim aansluit op deze werkwijze doordat scholen vroegtijdig hulp in kunnen schakelen van de leerplichtambtenaar.
De regering kondigt aan dat ze de rol en taken van de leerplichtambtenaar gaat verkennen en dat ze in die verkenning ook de strafrechtelijke rol en het bijbehorende instrumentarium van de leerplichtambtenaar mee zal nemen.
In het debat Passend onderwijs dat op 21 mei plaats vond, heeft de staatssecretaris toegezegd dat ze de Kamer in de eerstvolgende voortgangsrapportage Passend onderwijs zal informeren over die verkenning. De rol van de leerplichtambtenaar zal geen deel uitmaken van het wetsvoorstel Terugdringen schoolverzuim.
Hoe gaat het nu verder?
Begin juni beslist de Kamercommissie onderwijs of het wetsvoorstel terugdringen schoolverzuim voldoende schriftelijk is voorbereid en geagendeerd kan worden voor een plenaire vergadering. Die plenaire vergadering zal dan waarschijnlijk na de zomer geagendeerd worden.
Tijdens de plenaire vergadering gaan Kamerleden met de minister in debat over het voorstel en kunnen zij wijzigingen voorstellen die van tevoren zijn ingediend. Aan het eind van de vergadering is duidelijk of en op welke onderdelen het wetsvoorstel en voorstellen voor wijzigingen zijn aangenomen.
Daarna gaat het voorstel nog naar de Eerste Kamer. De Eerste kamer kan geen veranderingen meer in het wetsvoorstel aanbrengen.
Als ook de Eerste kamer akkoord is met het voorstel wordt duidelijk wanneer de wet in zal gaan. Dat is naar verwachting op z’n vroegst augustus 2026.